Verscholen achter hagen van taxus en hulst, midden in een oude stadswijk, ligt dit formeel ingerichte tuintje van de familie Ruitenberg. www.ruitenbergantiquair.com.Vier met buxusheggetjes omzoomde plantvakken zijn opgebouwd in een klassiek patroon.
Tussen de buxusheggetjes stond veel vrouwenmantel en lavendel. Maar voor lavendel is in deze tuin net iets te weinig licht. De eigenaren vroegen mij de plantvakken spannender te maken. Meer afwisseling en toch harmonieus; een rijk gedetailleerde eenheid in allerlei tinten groen, onder andere afgewisseld met zilvergrijs en aubergine. En bloei.
De buxus is lager en smaller geknipt en afgerond. De nieuwe beplanting staat in de vakken.
Het volgende voorjaar. De heggetjes hebben zich hersteld van het zware snoeiwerk en de planten beginnen zich te ontwikkelen.
De iets afgeronde heggetjes worden zo geknipt dat de voorkant lager is dan het achterste deel, een beetje de constructie van een liggend venster, maar dan zonder raam. Het voordeel hiervan is dat je zittend op het terras in de plantvakken kijkt en kunt genieten van het veelkleurige tapijt.
Juli een jaar na aanleg.
Juli, een jaar na aanleg. De fuchsia’s en pluimhortensia’s staan in volle bloei en de troggen zijn gevuld met rode pelargoniums.
De antieke troggen en plantenbakken worden niet aangepast maar jaarlijks na de ijsheiligen vol geplant met rode pelargoniums, mooi complementair met het geschoren groen.
Het linker achterste bloembed, augustus, drie jaar na aanleg. Met Hydrangea paniculata ‘Lime Light’, rechts de wintergroene struikkamperfoelie Lonicera nitida ‘Baggesen’s Gold’, daarboven Fuchsia magellanica ‘Riccartonii’. Uiterst links de langzaam groeiende Nandina domestica ‘Gulf Stream’, daarvoor Dryopteris erythrosora en in het midden Rodgersia pinnata ‘Superba’ alles op een ondergrond van slaapkamergeluk Soleirolia soleirolii.
Oktober, een jaar na aanleg. Met o.a. Hydrangea paniculata ‘Lime Light’, de wintergroene struikkamperfoelie Lonicera nitida ‘Baggesen’s Gold’, de laagblijvende Nandina domestica ‘Gulf Stream’, Dryopteris erythrosora, een Heuchera hybride en slaapkamergeluk.
Oktober met op de voorgrond o.a. donkerbladig zenegroen Ajuga reptans ‘Atropurpurea’. In het vak rechtsachter staan o.a. Hydrangea paniculata ‘Lime Light’, Lonicera nitida ‘Baggesen’s Gold’, Dryopteris erythrosora en de Corsicaanse kerstroos Helleborus argutifolia.
November, een jaar na aanleg, het rechter vak met o.a. Ajuga reptans ‘Atropurpurea’ en de tongvaren Asplenium scolopendrium.
November, een jaar na aanleg. Het linker vak.
Helaas zijn de heggetjes, kegels en bollen aangetast door de beruchte buxusschimmel (Cylindrocladium), die met name onder warme en broeierige weersomstandigheden toeslaat. Knip de aangetaste delen weg en verwijder dit afgeknipte materiaal, dat schimmelsporen bevat, uit de tuin. En reinig het snoeigereedschap. Zorg voor een goed bodemleven en gebruik eventueel een plantversterkend middel. In deze tuin ontwikkelen schimmelziekte en genezing zich vanuit de voorste heggetjes naar de achterste. De voorste buxusheggetjes en sommige kegels zijn inmiddels vrijwel volledig hersteld.
Het voorste linker bed in augustus, drie jaar na aanleg. Met o.a. Fuchsia magellanica ‘Riccartonii’, Geranium ‘Rozanne’, Juniperus squamanta ‘Blue Star’ en Hydrangea serrata ‘Speading Beauty’. Uiterst links en rechts schuin weglopend is zichtbaar dat de heg van dit vak zich herstelt van de buxusschimmel. Het voorste deel is volledig hersteld maar rechts horizontaal naar het midden loopt het net aangetaste heggetje van het achterste deel.