Voor je een boomtuintje wilt maken moet je meestal eerst onkruid verwijderen.
Maar wat is onkruid precies? Want wat voor de een onkruid is, wordt door een ander gekoesterd. Alleen al over dit onderwerp zou je tientallen columns kunnen schrijven.
Laten we er voor het gemak maar van uitgaan dat onkruid elke plant is die je op een bepaalde plek niet wilt laten groeien. Grofweg wordt er een indeling gemaakt in wortel- en zaadonkruiden. Planten uit de eerste groep, zoals zevenblad en kweekgras, zijn over het algemeen hardnekkig en bovendien lastig te verwijderen. De grond krioelt immers van wortels vol reservevoedsel. Elk achtergebleven stukje wortelstok, hoe klein ook, kan weer uitlopen. Datzelfde geldt voor planten met penwortels. Probeer dus, als je bijvoorbeeld een paardenbloem of veldzuring uitsteekt, de hele penwortel eruit te halen door er een spa of plantenschepje onder te steken en die als hefboom te gebruiken. Zaadonkruiden, waaronder klein kruiskruid, bergbasterdwederik en vooral Canadese fijnstraal, verspreiden zich meestal rijkelijk en snel, maar zijn over het algemeen dan wel weer vrij eenvoudig te wieden. Wieden is sowieso beter dan schoffelen want als je de grond te veel loswoelt, verstoor je het bodemleven, waardoor de planten zich minder goed kunnen ontwikkelen. Over het algemeen geldt: hoe onrustiger de bodem, hoe meer kans op onkruid.
Zorg wel dat je het wieden regelmatig bijhoudt voordat planten zich kunnen uit
zaaien.
Als je de droge bodem tussen de planten afdekt krijgt onkruid minder kans. Dit afdekken wordt mulchen genoemd.
Harry Pierik